Het veldritseizoen is twee maanden ver. Dat er af en toe wat minder volk naar de crossen komt, kunnen we niet ontkennen. UCI-manager Peter Van den Abeele kent de oorzaak. "Niemand lijkt de impact van het afscheid van Sven Nys te beseffen."
Eerst en vooral: wij weigeren om het zo zwart-wit te zien als de voorbije week in sommige media verkondigd werd. Het crossen blijft een populaire sport. Zowel op tv als in het veld. De Koppenbergcross bijvoorbeeld telde dit seizoen evenveel bezoekers als in 2015. De wereldbekermanche in Valkenburg was een voltreffer, met zelfs hogere bezoekersaantallen dan een jaar geleden. En ook vandaag in Niel leek het volk op bepaalde plekken toch rijen dik te staan.
Maar -dat kunnen we niet ontkennen- her en der viel het ook tegen. Boom had beter verdiend. Ook Sint-Niklaas en Ruddervoorde kennen wat minder goede cijfers dan vorig jaar.
Daar lagen echter een aantal externe factoren aan de basis. Sint-Niklaas bijvoorbeeld is -in tegenstelling tot in 2015- geen klassementscross meer. En Van Aert en Van der Poel bleven er afwezig. Dan is een halvering van het aantal toeschouwers (van 8000 naar 4000) niet onlogisch. Zeker als je weet dat de Waaslandcross vorig jaar een week na het WK viel.
Ook naar Ruddervoorde zakte vorige zondag wat minder volk af. Ook daar een paar redenen die een rol spelen: de regenval rond het middaguur was een spelbreker, Club Brugge speelde thuis tegen KRC Genk en Roeselare speelde voor de periodetitel in tweede klasse tegen Antwerp.
"Mensen wachten nu wat af"
Ook UCI-manager Peter Van den Abeele merkt een lichte terugval. Maar volgens hem is er maar één oorzak. "Sven Nys is uit het peloton verdwenen", klinkt het formeel. "Ik ben honderd procent overtuigd dat dit de enige reden is. Verkijk jullie er alsjeblief niet op: Nys heeft heel lang gecrost en door de jaren heen een indrukwekkende supportersschare opgebouwd."
Dat de mensen nu wat afwachten, zegt de Oost-Vlaming. "Ik maak me zeker geen zorgen. De aflossing van de wacht is er. Mathieu van der Poel en Wout van Aert zijn trouwens niet de enigen. Er is Laurens Sweeck, Lars van der Haar, Toon Aerts, noem maar op. En ook bij de huidige junioren en beloften is voldoende talent aanwezig om op termijn het publiek opnieuw massaal naar het veld te lokken. Alleen moeten we nu wat geduld oefenen. De die-hards van Sven Nys zijn weg en die jonge mannen hebben tijd nodig om zo een achterban op te bouwen. Dat kan zelfs enkele jaren vergen."
De rol van Golazo
Van den Abeele benadrukt trouwens dat Nys ook niet in één-twee-drie zijn achterban heeft opgebouwd. "Wat je niet uit het oog mag verliezen, is de rol die Golazo (Nys' managementsbureau en ook organisator van de DVV Trofeen en Soudal Classics, red) daar in gespeeld heeft. Ik weet dat af en toe wat kritiek komt op Golazo. Dat het bedrijf té veel macht zou hebben in het veldrijden. Maar in de opbouw van Nys' achterban is Golazo een godsgeschenk geweest. Ondertussen heeft wel elk team een website, maar Golazo was wel een voorloper. De marketing rond een renner is immens belangrijk."
"Golazo bracht sponsors in de cross. Het zorgde voor Nys' volledige omkadering. Denk maar aan het Energy Lab met Svens coach Paul Van Den Bosch. Golazo heeft zijn eigen website (sport.be, red), waarop het Nys promootte. Ga zo maar door. En daar kan je tegen zijn, maar ik vind gewoon dat het bedrijf optimaal gebruik maakt van de middelen die het ter beschikking heeft om zijn atleten commercieel naar een hoger niveau te tillen."
"Klassiekers moeten geen schrik hebben"
Van den Abeele vindt wel dat de klassiekers in het veld geen klagen hebben. "Ik was op de Koppenbergcross en daar was van een terugval geen sprake. En ook de andere klassiekers moeten geen schrik hebben. Een overaanbod aan crossen op tv? Ook dat is flauwekul: dit jaar zijn er hooguit vijf wedstrijden op het scherm die vorig jaar niet live werden gecoverd."
Rest uiteraard het 'gevaar van de weg'. Wat als Van Aert en Van der Poel op termijn naar de weg overschakelen? "Dan nog maak ik mij geen zorgen. Zoals ik eerder al zei, er staat nog jong talent klaar. Wel een feit: in het kader van de internationalisering merken we nog steeds dat jonge buitenlandse talenten wel voor de weg kiezen als ze ouder worden. Dat is jammer. Anderzijds: de buitenlanders blijven wel een rol van betekenis spelen in de jeugdcategorieën. Zeker de Fransen en de Britten. Het wordt wachten tot ze inzien dat ze met het veldrijden ook hun 'boterham' kunnen verdienen."
UCI-trainingskamp: van 15 naar 42 aanvragen
Daaraan wil de UCI meewerken, zegt Van den Abeele. "We proberen de Wereldbeker meer op de kaart te zetten. En -dankzij de steun van Telenet- lukt dat aardig. In de VS is het veldrijden populair. We hebben straks een wereldbekermanche in Duitsland én er is de terugkeer naar Italië. Daarnaast zie ik een revival in Zwitserland. De EKZ-Tour doet het daar goed." Ook het WK in Luxemburg heeft volgens Van den Abeele een positieve kant. "In ruil zal Luxemburg investeren in jeugdopleiding en zakt het land ook af met selecties naar de wereldbekermanches. Alle beetjes helpen."
Tot slot geeft Van den Abeele met een voorbeeld nog eens aan hoe belangrijk de figuur Sven Nys is. "De UCI organiseert in Aigle (de hoofdzetel in Zwitserland, red) sinds vijf jaar een trainingskamp voor jonge crossertjes. Daar komen elk jaar een vijftiental jonge talentjes op af. De voorbije zomer vroegen we aan Sven Nys -vergezeld door Sven Vanthourenhout- om zijn ervaringen te komen delen en kregen we plots drie keer zoveel aanvragen binnen. Uiteindelijk hebben we jongens moeten weigeren. Ik wil hiermee nog maar eens beklemtonen: onderschat de impact van Sven Nys op het veldrijden niet."
Foto's: ©Photopress.be / Tekst: Nico Dick