Dat Fenix-Deceuninck met Pauliena Rooijakkers een zeer goede ronderenster in zijn rangen heeft, is geweten. Logisch ook dat de voltallige selectie zich volledig uit de naad werkt om haar zo goed mogelijk te helpen. Met Sanne Cant, Ceylin del Carmen Alvarado en Aniek van Alphen weten drie veldrijdsters dus heel goed wat te doen deze week.
"Pauliena is supersterk, en het doel is om met haar hier eigenlijk wel te winnen", sprak van Alphen na aankomst van de derde etappe in Toano toch enigszins verrassend torenhoge ambities uit. "Weet je, podium zou natuurlijk al top zijn, maar je komt toch naar een koers om te winnen. Daarvoor zijn we topsporters."
En dus schuift de 25-jarige Nederlandse haar eigen klassement graag aan de kant. "Ik stel me volledig ten dienste van Pauliena. Zelf een uitslag rijden is van ondergeschikt belang. Als Pauliena steeds maar vooraan kan zitten."
(lees verder onder de foto credit LaPresse)
Dat was op de eerste echte aankomst bergop het geval. Rooijakkers kwam als vijfde over de finish en moest slechts vier seconden toegeven op Lotte Kopecky en Elisa Longo Borghini. In de tussenstand staat ze momenteel achtste op 1'27". "Nadat ik haar goed wist af te zetten heb ik me nadien nog laten terugzakken" doet van Alphen haar relaas over de etappe. "Greta Marturano, een andere ploeggenote was immers ten val gekomen en kon wat steun gebruiken. We zijn samen naar de finish gereden met de gedachte al naar morgen toe."
Van Alphen is combineert zoals meerdere van haar collega-veldrijdsters de cross met wegwielrennen op het hoogste niveau. Beide disciplines doet ze om uiteenlopende redenen zeer graag. "Na een winter in de koude te rijden is het ook wel leuk om in de zon op de fiets te zitten. (lacht) Op de weg rij je in het teken van de ploeg. En is het fijn om voor anderen te werken. De cross is meer puur iedereen op zichzelf. Ieder weekend opnieuw strijden voor een eigen podiumplaats. Net die afwisseling maakt de combinatie boeiend.
Lieven Verheyen vanuit Toano