Hij was de enige favoriet en hij maakte het ook waar. De Brit Tom Pidcock is de verwachte wereldkampioen bij de junioren. Zijn landgenoten Daniel Tulett en Ben Turner zorgden voor een uniek podium, de jonge Belgen konden hun podiumambities niet waarmaken.
De lichte regen op een diep bevroren ondergrond had er voor de eerste titelstrijd in Bieles een met ijzel bedekt en dus spiegelglad parcours van gemaakt.Op de eerste gladde strook gingen dan ook al minstens tien junioren onderuit. Wie het minst last leek te hebben van de omstandigheden was Pidcock. De man die van zijn vorige tien crossen dit seizoen er enkel door pech eentje verloor, liet in de eerste ronde nog even de sterk gestarte Fransman Maxime Bonsergent voorop rijden, daarna reed hij resoluut naar de leiding. Hij had zijn fiets op het gladde parcours perfect onder controle, zelfs op de momenten dat hij zoals iedereen weleens een slipper maakte.
"Kort voor de wedstrijd hadden de Britse beloften nog even op het parcours gereden en door hun bevindingen besliste ik in allerlaatste instantie om nog van banden te wisselen en met slicks te starten. Ik denk dat het de juiste keuze was. Ik voelde me ook sterk, maar het allerbelangrijkste hier was om recht te blijven. Ik won dit seizoen al veel, maar deze wereldtitel maakt me toch emotioneel, zeker omdat met Daniel en Ben nog twee andere Britten op het podium stonden.”
Inderdaad, ver achter de ongenaakbare Pidcock bleken Tulett en Turner de beteren van de rest, zeker nadat Bonsergent bij een slipper averij aan zowel zijn fiets als zijn schoenen had opgelopen. In de slotfase kwam de Zwitser Loris Rouiller nog sterk opzetten, maar de Britten echt bedreigen lukte net niet meer.
Camps eerste Belg op plaats zes
Over naar de Belgen dan. Er werd vooraf gehoopt dat minstens één van de zes landgenoten in Luxemburg op het podium zou staan, maar dat lukte door het overwicht van de Britten dus niet. Het zat ook niet echt mee. Bij de massale valpartij kort na de start werden Andreas Goeman, die later na een nieuwe val opgaf, en Yentl Bekaert al ver teruggeslagen. Florian Vermeersch moest even later een nieuw hoofdstuk toevoegen aan zijn pechreeks van dit seizoen en Toon Vandebosch, op papier onze belangrijkste kanshebber op eremetaal, voelde nog de naweeën van ziekte. “Vrijdag had ik nog ruim 38 graden koorts, vandaag zat ik al beneden in de 37 en was het dus beter, maar echt top was ik uiteraard niet. Ik reed ook nog vroeg lek en viel terug naar de elfde plaats. Dat ik nog kon opschuiven naar de achtste plaats is in de gegeven omstandigheden niet slecht, maar het blijft een ontgoocheling dat ik nooit zal weten wat zonder die ziekte mogelijk was geweest.”
Jelle Camps was uiteindelijk de beste Belg op de zesde plaats en daarmee was hij best tevreden. “Ik ben technisch wel goed onderlegd, maar een ijsman ben ik dan weer niet. Vooral in de eerste ronde was het hectisch. Zodra ik alleen rondreed en in mijn ritme geraakte, was het best te doen. Het is nog maar mijn tweede seizoen in de cross en mijn eerste WK, op zich ben ik met deze plaats in de top tien dan ook wel tevreden.”
Wie eigenlijk nog het meest aanspraak kon maken op een medaille was wellicht Timo Kielich. De derde van het EK startte goed en rukte al snel op naar de vierde plaats. In de haakse bochten liet hij meermaals zijn technisch kunnen zien en het leek erop dat hij zou gaan meespelen voor zilver en brons, tot een stevige val hem terugsloeg. Meer dan de zevende plaats zat er niet meer in. “Het was heel glad, maar ik had een goed gevoel op de fiets. Top vijf, mijn ambitie vooraf, leek te zullen lukken en ik begon zelfs te denken dat er meer mogelijk was, maar op een moment dat ik het totaal niet verwachtte, ging ik onderuit. Ik moest mijn ketting weer op het tandwiel leggen en ook enige tijd de pijn verbijten, wat me heel wat plaatsen en seconden kostte.”
Foto's: ©Photopress.be / Tekst: Filip De Greef
Vind alle uitslagen via onze kalenderpagina