Eli Iserbyt heeft België zondagmiddag een eerste topmoment bezorgd door na een gave prestatie van de gehele ploeg de wereldtitel te grijpen bij de beloften. Na een beklijvende slotronde versloeg hij de Tsjech Adam Toupalik in een sprint. Maar wat als… de Tsjech niet een ronde te vroeg had gejuicht?
Eigenlijk hoeft die vraag niet eens gesteld te worden. ‘Wat als?’ mag dan leuke televisie zijn, in het echte leven telt dat allemaal niet mee. En dus is Eli Iserbyt wereldkampioen. Enkele dagen voor het WK had de eerstejaars uit Bavikhove gesteld dat met zoveel Belgische kandidaat-winnaars die titel gewoon in eigen land moest blijven. En dat gebeurde dus ook, ondanks stevige tegenstand van vooral Toupalik en de Italiaan Gioele Bertolini, maar vooral na een sterk optreden van zowat de hele Belgische ploeg.
Iserbyt, Quinten Hermans, Daan Hoeyberghs, Thijs Aerts en Daan Soete nestelden zich meteen vooraan het peloton. Soete zorgde voor de eerste versnelling, meteen gingen de anderen die vlucht beschermen. Na de hergroepering versnelde Hermans en opnieuw werd hij vanuit de achtergrond gesteund. Toen een sterke Toupalik de kloof had gedicht, deed ook Iserbyt dat, zoals het eigenlijk hoort alleen. Ook Bertolini kwam nog even terug, maar schakelde zichzelf vervolgens uit door op een brug over de kop te gaan.
En zo werd de slotronde een schitterende strijd tussen Iserbyt, Hermans… en Toupalik. Die was er na zijn blunder namelijk in geslaagd om nogmaals terug te keren. Hij zette de Belgen zelfs opnieuw onder druk, maar de bijtende Iserbyt verhinderde dat België het ook na vier wedstrijden nog zonder wereldtitel moest doen. Hermans deed er het brons bovenop.
Eli Iserbyt: “Pas in slotronden kwam kracht terug”
“Ik moet eerlijk bekennen dat ik er halverwege de wedstrijd niet echt in geloofde dat ik wereldkampioen zou kunnen worden”, zei Iserbyt. “Mijn benen voelden niet super en mijn hartslag ging minder hoog dan normaal. Pas op twee ronden van het einde voelde ik de kracht in mijn benen toenemen en voelde ik dat ik op enkele zware stroken beter werd dan de meeste concurrenten.”
“Zonder de fout van Toupalik, die ook heel sterk oogde, zou het echter toch moeilijk zijn geweest om hem nog bij te halen. Nu besefte ik dat zijn focus even weg zou zijn. Toch kon hij nog terugkeren en toen besliste ik om me op de sprint te concentreren. Ik wilde absoluut vanuit zijn wiel de spurt inzetten en heb me vastgebeten in zijn spoor, zonder de intentie om hem nog ergens voorbij te rijden. Ik ging een paar keer dood, maar weigerde te breken.”
En zo pakte de man die vorig jaar als topfavoriet niet won bij de junioren in zijn eerste jaar als belofte meteen wel de wereldtitel. “Van dat WK van vorig jaar heb ik veel geleerd. Nu wilde ik er gewoon voor gaan, zonder me druk te maken. Dat had ik in Tabor niet gedaan.”
Quinten Hermans: “Ik wilde uiteraard ook winnen”
‘Bronzen’ Quinten Hermans gunde zijn land- en teamgenoot de titel. “Eli heeft het hele jaar op heel hoog niveau gekoerst en maakte dus aanspraak op deze titel”, zei de Europese kampioen.
“Uiteraard was ik zelf ook gestart om te winnen en dus ben ik een beetje ontgoocheld, maar als er anderen sterker zijn, moet je dat aanvaarden. Ik ben vooral ook blij met de prestatie van de Belgische ploeg. Daan effende het pad, dan zette ik de ploeggenoten in een zetel door aan te vallen en uiteindelijk hebben we de titel en nog een tweede medaille. Opdracht volbracht dus.”
Adam Toupalik: “Ik heb mij laten beïnvloeden
Het laatste woord geven we aan antiheld Adam Toupalik. “We zullen nooit weten of ik zonder die fout zou hebben gewonnen”, verklaarde de Tsjech. “Toen ik iemand hoorde roepen dat het de laatste ronde was, heb ik mij laten beïnvloeden, terwijl ik gewoon naar de cijfers op de borden had moeten kijken. Mijn fout, meer valt daar niet over te zeggen."