Wout van Aert heeft op het Belgisch kampioenschap indruk gemaakt. “Het liep ook lekker”, vertelde hij. “Deel uitmaken van de vroege vlucht was een doel. Uitrijden niet echt” klinkt het op de teamwebsite.
25 renners kozen in de openingsfase van het BK in Tervuren voor de aanval. Onder hen vier veldrijders: Diether Sweeck, Klaas Vantornout en teammaats Rob Peeters en Wout van Aert. “Ideaal”, aldus Van Aert. “Met ons tweeën konden we toch voor wat publiciteit voor de ploeg zorgen. En dat was ook mijn doel voor aanvang van dit kampioenschap: door het gebrek aan koersritme was ik absoluut overtuigd dat ik een wedstrijd van 252 kilometer niet zou kunnen uitrijden.”
Diether Sweeck loste, niet onlogisch, als één van de eerste de rol. De kopgroep werd verder uitgedund tot tien en ook Klaas Vantornout en Rob Peeters hadden afgehaakt, maar Van Aert bleef aan boord.
“Tot dan liep het echt goed, maar toen er daarna opnieuw slag om slinger werd gedemarreerd, was ik blij dat ik me kon laten uitzakken tot in het peloton”, lachte hij. Dat was weliswaar al in volle finale (de voorlaatste ronde), waardoor ook in het peloton, of wat er van overbleef, ferm werd gekoerst. “Logischerwijze moest ik daaruit ook de rol lossen. Maar dat ik toch kon uitrijden, stemt me zeer tevreden.”
Wout zou uiteindelijk als 47ste eindigen. En daarmee was hij de enige veldrijder die de wedstrijd uitreed. Met deze prestatie was iedereen bij Vastgoedservice meer dan tevreden. “Niet vergeten dat Wout een paar weken aan de kant stond”, aldus Niels Albert, ook aanwezig in Tervuren. “Staat hij hier in optimale omstandigheden aan de start, had hij het een eind langer volgehouden. En dan overdrijf ik niet eens.”
Foto: ©Photopress