Wout van Aert niet topfit: 'Hoop toch op Belgisch onderonsje'

Opvallend: Wout van Aert -vorige week nog twee keer aan de winst- reed in Lorsch met een "wat verstopte" neus rond. "Ik voel me niet echt topfit, nee. Hopelijk sta ik morgen toch fris aan de start, want ik ben tuk op een eerste Europese titel."

Van Aert kon deze voormiddag net als de andere Belgen de EK-omloop niet grondig verkennen, omdat pas 's namiddags de officiële trainingssessie plaatsvond. Maar de meest recente winnaar van de Koppenbergcross paste om in de namiddag nog eens naar het parcours af te zakken. "Eerlijk? Ik heb schrik om ziek te worden", klonk het. "Ik rijd nu al met een verstopte neus rond. Hopelijk wordt het niet erger en sta ik morgen toch fris aan de start."

De regerende wereldkampioen vond het anders best een mooie omloop. "Wat ik er van gezien heb: leuk toertje, ja. Ongezien, zeker in België niet. Heel veel bochtenwerk, heel technisch bovendien. Ook de trappenpartij op de weg vind ik speciaal. Het heeft wel zijn charme, vind ik. Dat het zo technisch is, zou wel kunnen betekenen dat er een paar niet-Belgen mee de koers kleuren. Ik denk aan de Fransen Venturini en Doubey of de Nederlander Godrie. Toch maar niet onderschatten, die jongens."

"Samen met Michael het verschil maken"

"Anderzijds, vorige week staken Michael Vanthourenhout en ikzelf er bovenuit. Als ik me fris genoeg voel, hoop ik eigenlijk samen met Michael zo snel mogelijk het verschil te kunnen maken. Als we elkaar een beetje helpen om een voorsprong uit te bouwen, kunnen we in de finale onder elkaar uitmaken wie de sterkste is."

En of Van Aert tuk is op een Europese titel. "Ik ben dan wel wereldkampioen, op EK's presteerde ik nooit op een hoog niveau. Niet bij de junioren, niet bij de beloften. Daar wil ik graag komaf mee maken. Al vind ik het jammer dat Mathieu van der Poel er niet bij is. Stel dat ik het geluk heb Europees kampioen te worden, dan had ik dat liever gedaan tegen een compleet deelnemersveld. Nu, het is wat het is. Eigenlijk is het een concurrent minder", glimlacht de Kempenaar, die deze voormiddag nog een klein uurtje achter de wagen trainde, maar de hele namiddag dus op zijn kamer bleef.