Crossers domineren in Luik. 'Wake up-call voor wegtalenten!'

De veldrijders domineerden de Ronde van Luik. Terwijl er ook de opleidingsteams van Omega Pharma-Quick.Step én Lotto-Belisol aan de start stonden. Veldritkrant.be polste bij een paar voorname ploegleiders. "Laat dit een wake up-call zijn voor sommige jongens", klinkt het onder meer bij Kurt Van de Wouwer.

Balans van de Ronde van Luik de voorbije week: Wout Van Aert wint twee ritten, wordt eindwinnaar van het algemeen-, berg-, punten- en jongerenklassement. Mathieu van der Poel wint de openingsetappe en was twee dagen geletruidrager. Laurens Sweeck finisht tweede in de vierde etappe en reed een dag in het groen rond. En in het eindklassement eindigen met Van Aert, Gianni Vermeersch, Sweeck, Thijs Van Amerongen, Niels Wubben en Philipp Walsleben maar liefst zes veldrijders in de top twintig. En dan hebben ze wellicht nog allemaal geluk dat Mathieu van der Poel uitviel nadat hij werd omvergemaaid door een seingever op de motor.

We vergeten ongetwijfeld nog een paar anderen die in beeld fietsten, de voorbije dagen. Leuk en bemoedigend voor het crosswereldje. Maar tezelfdertijd stellen we ons één belangrijke vraag: hoe voelen de wegrenners zich daar bij? En dan hebben we het vooral over de talenten uit de opleidingsteams van Lotto-Belisol en Omega Pharma-Quick.Step, ploegen die als doel hebben jongeren klaar te stomen richting een profcarrière...

Veldritkrant.be polste bij Wim Feys (EFC Omega Pharma-Quick.Step), Kurt Van De Wouwer (Lotto-Belisol) en Mario De Clercq (Sunweb-Napoleongames). Zij proberen met ons een analyse te maken.

Wim Feys: 'Veldrijders niet onderschatten'

"Dat wij met het schaamrood op de wangen staan? Nee, dat is te zwaar uitgedrukt", zegt Wim Feys. "En dat zou ook van weinig respect getuigen tegenover de crossers. Want dat zijn jongens met een verdomd grote motor. Dat merken we trouwens zelf, want met Floris De Tier hebben wij vorig jaar een crosser in huis gehaald. En die maakt dezer dagen mee het mooie weer in de Ronde van Aosta."

"Maar dat neemt niet weg dat ik niet echt tevreden ben met de prestaties van mijn jongens in Luik. We haalden trouwens met amper twee renners de finish. Dat zegt voldoende. Tezelfdertijd moet je wel beseffen dat onze betere jongens nu in Aosta zitten. Anderen (zoals Vanreyten) waren er ook niet bij. En toch.. wie profambities koestert, moet in de Ronde van Luik kunnen wedijveren met die veldrijders. Van der Poel en Van Aert zijn toptalenten, die laat ik buiten beschouwing. Maar we moeten toch beter doen. Conclusie? We hebben geen 25 beloften in ons team die op termijn de stap naar de profs zullen zetten. Dat lijkt me duidelijk. België is dan ook niet meer het grootste wielerparadijs. Een land met een kasseisteen en Vlaamse hellingen in de maag, maar daar geraak je tegenwoordig niet te ver meer mee."

Feys vertelt er wel graag bij dat die veldrijders nog maar twee maand aan het koersen zijn op de weg, en dus nog frisser voor de dag komen dan de wegrenners.

Een redenering die Mario De Clercq volgt. "Maar dat zegt ook veel over de structuur en de seizoensindeling van de opleidingsteams. Ik ben overtuigd dat die wegrenners in hun voorbereiding veel te veel duurtrainingen inlassen, waardoor hun explosiviteit afbot. Een winter lang moeten die jongens kilometers en kilometers malen. Met als gevolg dat hun hart die versnellingen niet meer aankan."

Mario De Clercq: 'Wegrenners doen te veel duurtrainingen"

"Daarnaast is het een feit dat die jongens op de weg zich een heel seizoen lang moeten bewijzen. Ze komen in een kern van 25 terecht en moeten vanaf februari knokken voor hun plekje. Terwijl die veldrijders heel snel hun zomerprogramma kennen en op die manier perfect naar een doel kunnen toewerken. Dat voordeel mag je niet onderschatten. En we moeten ook eerlijk zijn: de veldrijders konden in Luik echt diep gaan. Voor de meesten gaat de riem er nu toch even af vooraleer ze verder opbouwen richting de cross."

Toch is De Clercq overtuigd dat de veldrijders stuk voor stuk toppers op de weg kunnen worden. "Zeker weten. Omgekeerd niet. Omdat wegrenners de behendigheid en de explosiviteit missen. En ik blijf er bij: crossers worden beter opgeleid dan wegrenners. Ze verteren beter de korte inspanningen. Kunnen dieper gaan. En de bewijzen zijn er hé. Stybar en Boom komen uit het veld. En bij de opleidingsteams doen Floris De Tier en Xandro Meurisse het uitstekend. Ook zij komen uit het veld. Waarom denk je dat in Australië zoveel ex-pistiers uitgroeien tot toppers? Zelfde reden..."


Kurt Van de Wouwer: 'Mindere lichting klimmers'

Kurt Van de Wouwer, ooit zelf een topper in de Tour en sinds jaar en dag ploegleider bij het U23-team van Lotto-Belisol is een stuk milder voor zijn jongens. "Jef Van Meirhaeghe won trouwens een rit. Daarnaast stonden in Luik vooral jongens aan de start met sprintcapaciteiten. Onze klimmers zitten in Aosta of reden het WK. Had Louis Vervaeke aan de start gestaan in Luik, had hij ongetwijfeld zijn rol gespeeld."

"En", zegt de Kempenaar. "Een groot deel van die crossers is ook beroepsrenner, hé. Die schatten we echt wel naar waarde. In het verleden hebben ook Niels Albert, Bart Wellens of Erwin Vervecken het goed gedaan op de weg. Nieuw is het fenomeen dus niet. Bovendien is de huidige lichting jongeren niet die met de meeste klimmers. Maar dat kan binnen twee jaar anders zijn."

"Wake up-call"

Maar toch waarschuwt Van De Wouwer een paar van die jonge talenten. "Wie echt profambities heeft, moet in de Ronde van Luik een rol van betekenis kunnen spelen. Oké, het is een momentopname. Maar laat dit resultaat toch maar een kleine wake up-call zijn voor onze talenten..."

Foto's: Patje Cosyn