Morgen is D-day voor Stybar. "Ja, hij is in staat Parijs-Roubaix te winnen", zegt zijn coach en inspanningsfysioloog Peter Hespel. "Misschien mist hij in deze kasseiklassieker de pure power, maar dat compenseert hij met zijn crosservaring en zijn stuurvaardigheid."
Peter Hespel is professor en inspanningsfysioloog aan de KU Leuven. Daarnaast is hij sinds mei 2008 coach van Zdenek Stybar. "Een uit de hand gelopen hobby", lacht de man die ondertussen ook Kevin Pauwels onder zijn hoede heeft. Wat Hespel zo aantrok aan de sympathieke Tsjech? "Het feit dat Styby open staat voor nieuwe dingen", klinkt het zonder nadenken. "En dat is ook 'mijn dada'. Puur op routine coachen spreekt mij niet echt aan. Eigenlijk was Stybar een beetje een experiment."
Hespel staat aan het hoofd van de Bakala Academy, een hoogstaand onderzoeks- en testcentrum ontstaan uit een samenwerking tussen ZB Sports Development en de KU Leuven. "Atleten begeleiden is één ding. We leiden ook jonge trainers op. Koen Pelgrim bijvoorbeeld, momenteel bij Omega Pharma-Quick.Step aan de slag, leerde hier de knepen van het vak."
"Te goed voor de cross"
Ook al heet het dat Stybar gecoacht wordt door Peter Hespel, de inspanningsfysioloog benadrukt dat de veldritwereldkampioen begeleid wordt door een volledig team. "Een wetenschappelijke basis is bijzonder belangrijk. Daarom komt er input van verschillende experts, die als team samenwerken. En dat zal trouwens ook met Kevin Pauwels het geval zijn."
Begin februari werd Stybar wereldkampioen in Hoogerheide. Geen verrassing voor Hespel. "Omdat Zdenek een klasbak is. Wat veel mensen echter uit het oog verliezen: het gemiddelde niveau (Hespel steekt het vingertje op en benadrukt het woordje 'gemiddelde', red) van een veldrijder is beduidend lager dan dat van een wegrenner. En dat is logisch, rekening houdend met de internationale populariteit die beide disciplines genieten. Hoe meer mensen de sport beoefenen, hoe hoger het niveau, hoe breder de top. Nog eens, ik bekijk dit niet als minderwaardig, mijn respect voor alle veldrijders is zeer groot, maar de feiten zijn wat ze zijn. Ik ben het trouwens die Stybar vertelde dat hij té goed was voor de cross. Hij ging zelf wel onmiddellijk mee in het verhaal."
Waarom de meeste wegrenners het dan zo moeilijk hebben als ze een keertje komen crossen? "Techniciteit, explosiviteit en interval zijn de kernwoorden in het veldrijden", zegt Hespel. "Daar moet je aan werken."
Parijs-Roubaix
Wie Stybar een beetje kent, weet wel dat hij extreem gedreven, en wellicht één van de meest ambitieuze renners in het peloton is. De Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix waren zijn grootste drijfveren om de switch te maken. "Zdenek is wereldtop in het klassieke werk", aarzelt Hespel niet. "Het echte Flandrientype. En dat is nu ook zijn taak in het team van Lefevere. Hij heeft zich in geen tijd opgewerkt tot medekopman voor dat genre wedstrijden. En daar zal hij ook op afgerekend worden. Daarom mag je het hem niet kwalijk nemen dat je zijn regenboogtrui volgende winter weinig zal zien. Of hij evenveel talent heeft als Boonen? Daar kan en wil ik niet op antwoorden. Dan moet hij ook evenveel klassiekers winnen, hé."
"Parijs-Roubaix? Wellicht de moeilijkste voor hem", verrast Hespel. "Omdat hij die pure power mist. Maar, dat gebrek compenseert hij dan weer door zijn
stuurvaardigheid en crosservaring, die hem toelaat om op de kasseistroken een traject te volgen dat minder pure power vergt om toch even snel
te rijden als de echte powerkanonnen als Boonen en Cancellara. Parijs-Roubaix is ook een karakterklassieker, waarin je moet kunnen sterven op
de fiets, en dat kan Zdenek, desnoods tien keer in één koers... Zijn
fysieke kwaliteiten sluiten volgens mij best aan bij de typische
intervalklassiekers met korte steile hellingen, zoals de Ronde of de Amstel Gold Race.
Leidersfiguur
Volgens Hespel is Stybar in staat zo een topklassieker te winnen. Nu al. "Dat Tom Boonen absolute kopman is? Natuurlijk, maar dat was Tom toch ook toen Devolder de Ronde van Vlaanderen tot twee keer toe won. Met Terpstra en Van den Bergh heeft Lefevere trouwens nog meer kleppers in het team. Ik zeg alleen dat Zdenek de fysieke capaciteiten heeft om een Monument te winnen. En -niet onbelangrijk- hij heeft ook de persoonlijkheid. Op zijn manier kan hij een fantastisch leidersfiguur zijn. Op een vriendelijke en charismatische manier. Boonen is ook een vriendelijke jongen, hé. Maar toch ook een leidersfiguur."
"Citeer me echter niet verkeerd, hé", klinkt het. "Zdenek zal zich ook met plezier de ziel uit het lijf rijden voor Tom, maar ik weet zeker dat dit ook omgekeerd het geval is -als de kans zich voordoet."
Frisheid
Nog één ding moet Hespel van het hart. "Ik blijf het jammer vinden dat het behalen van de regenboogtrui her en der geminimaliseerd werd. Sven Nys toont respect, klopt. Maar ook hij gaf aan dat Zdenek frisser aan de start stond. Reken jij voor mij eens uit hoeveel wedstrijden Nys reed tussen Baal en het WK? Juist, vier."
"Misschien moeten we eens de resultaten van Stybar op de vorige WK's bekijken, in de jaren dat hij wel 35 wedstrijden reed... In 2008 werd hij als eerstejaarsprof 2de in Treviso, een jaar later 2de na Niels Albert, in 2010 én 2011 werd hij wereldkampioen én in 2012 in Koksijde stond hij ziek aan de start."