Mathieu van der Poel heeft het kleine door een sluimerende verkoudheid veroorzaakte dipje helemaal achter zich gelaten. Twee dagen na zijn solo in Heusden-Zolder deed hij dat in Loenhout nog eens dunnetjes over. Hij won er voor het eerst.
Na het weekend met Antwerpen, waar we Van der Poel zagen winnen na een eerste echt duel met Wout van Aert, en Namen, waar de wereldkampioen zelf een serieuze tik uitdeelde, flakkerde de hoop op dat we nog twee maanden zouden kunnen genieten van verbeten duels die we eerder dit seizoen nauwelijks of niet te zien hadden gekregen. Twee topcrossen verder moeten we vaststellen dat er eigenlijk nog niet veel wezenlijks is veranderd en dat Van Aert nog altijd veel werk heeft als hij dit seizoen meer wil worden dan gewoon de beste van de rest.
In Loenhout, de zesde manche van de DVV Verzekeringen Trofee, startte Van Aert wel nog uitstekend. Na één ronde had hij in het gezelschap van Laurens Sweeck een kleine voorsprong opgebouwd, maar even later sloten Van der Poel, Toon Aerts, Tim Merlier, Corné van Kessel, Kevin Pauwels en Michael Vanthourenhout aan. Die kopgroep bleef een tweetal ronden samen, maar kort voor half koers begon een nieuwe onemanshow van de Europese kampioen.
Massale opkomst
Bij de eerstvolgende passage aan de finish had hij dertien seconden voorsprong, een ronde later waren dat er al twintig op enkel nog Van Aert en Aerts, nog een rondje later had eerste achtervolger Van Aert al bijna een halve minuut aan de broek. Boeken toe, meteen. Van der Poel was op weg naar zijn twintigste van het seizoen en een vijf op zes in de DVV Verzekeringen Trofee.
“Dit blijft een van de mooiste crossen van het seizoen met een schitterend publiek langs het parcours”, stelde Van der Poel, die – ook al veelbetekenend – met zijn snelste ronde meer dan elf seconden beter deed dan Tim Merlier en meer dan dertien tellen sneller was dan Van Aert.
“Het is leuk om hier voor het eerst te kunnen winnen, al had ik wel even tijd nodig om in mijn ritme te komen vandaag. Ja, ik heb me geamuseerd, al zijn die sprongetjes op de brug ook gewoon praktisch als je veel snelheid hebt. Anders moet je in het naar beneden rijden toch remmen."
"Of ik ook morgen in Bredene voluit zal gaan? Het is natuurlijk geen klassementscross, maar anderzijds heb ik er nooit eerder gereden en een nieuw parcours leren kennen is ook altijd leuk. Maar uiteraard is Diegem komende zaterdag op zich belangrijker voor mijn klassement in de Superprestige.”
Van Aert blijft strijdvaardig
Van Aert kon niet anders dan erkennen dat Van der Poel opnieuw beter was, al blijft de wereldkampioen wel strijdvaardig naar de komende weken toe. “Ik had een goede start en wilde meteen gas geven, maar de snelheid was niet hoog genoeg want er konden al snel heel wat renners terugkeren. Een eerste versnelling van Mathieu kon ik vervolgens nog beantwoorden, bij de tweede zat reageren er niet meteen in, ook al omdat ik op dat moment net iets te ver zat in het groepje. Al moet ik toegeven dat hij sowieso iets beter was, want ik ben vol blijven koersen tot het einde en toch verloor ik elke ronde extra seconden. Ik leg me echter niet neer bij de situatie. Ik zal ook de komende crossen blijven koersen om te winnen en ik ben ervan overtuigd dat een herhaling van mijn prestaties in het weekend van Antwerpen en Namen mogelijk is.”
Ook Toon Aerts was een gelukkig man in Loenhout. Niet alleen bevestigde hij dicht bij huis dat hij steeds meer de nummer drie is in de hiërarchie, door de offday van zijn ploeggenoot Lars van der Haar staat hij nu ook tweede in de stand van de DVV Verzekeringen Trofee, zij het dan op 5:42 van de ongenaakbare Van der Poel. “Ik heb al meermaals gezegd dat Loenhout een cross is waar ik heel graag ooit wil winnen, maar met een podiumplaats kan ik op dit moment ook al leven”, zei hij.
“Zeker omdat ik daarmee een heel goede zaak doe in het klassement. In Sint-Niklaas en Heusden-Zolder waren mijn prestaties wat minder, waardoor ik vreesde dat ik over mijn hoogtepunt heen was, maar deze prestatie stemt me weer hoopvol. Ik sta in alle klassementen op een dichte ereplaats. Als ik aan het einde van de winter in de top drie zou eindigen in alle klassementen, zou ik van een topseizoen kunnen spreken.”
Foto's: ©Photopress.be / Tekst: Filip De Greef