Een Belgische wereldkampioene in het veldrijden, daar moeten we nog altijd op wachten. In Heusden-Zolder zou het wel eens prijs kunnen zijn, misschien zelfs tweemaal. Sanne Cant is topfavoriete bij de elite, Femke Van den Driessche kan de allereerste wereldkampioene bij dames U23 worden.
Sanne Cant leeft met het nodige vertrouwen toe naar de strijd om de regenboogtrui. Uitwendige stress is er aan de vooravond niet te zien bij de Belgische en Europese kampioene die ook al de Wereldbeker won en op het punt staat om zowel de bpost bank trofee als de Superprestige Ladies Trophy te veroveren.
“Zeker gezien de afwezigheid van Marianne Vos en Pauline Ferrand-Prévot wordt nadrukkelijk in mijn richting gekeken als er een favoriete moet worden genoemd”, weet Cant, vorig jaar in Tabor tweede achter diezelfde Ferrand-Prévot. “Nu kan je jezelf natuurlijk ook moeilijk geen favoriete noemen als je vijftien wedstrijden hebt gewonnen en de Wereldbeker hebt veroverd met drie zeges op zeven koersen. Ik ben er ook klaar voor. Ik voel me goed en denk dat ik op mijn best ben.”
"Alles in functie van dit WK"
“Ik ben de voorbije maanden dan ook bijna uitsluitend met dit WK bezig geweest”, gaat Cant verder. “Al mijn trainingen waren in functie van, zelfs als dat negatief was voor bepaalde wedstrijden, zoals vorige week in Hoogerheide. Een slechte dag zoals daar is zaterdag in principe onmogelijk. Als er dan ook geen pech bijkomt, is de kans dat ik win relatief groot. Ik won hier ook al de Wereldbeker en dat was zeker niet met de beste benen. Mentaal zit dus ook alles goed.”
Wat uiteraard nog geen zekerheid biedt, dat beseft ook Cant zelf. “De Nederlandse ploeg heeft enkele troeven, Eva Lechner zal zeker goed zijn, met de Franse meisjes moet je ook altijd rekening houden. Katherine Compton is een beetje een vraagteken. Ik heb de indruk dat ze deze winter net iets minder goed is, maar dan nog kan ze plots gevaarlijk uit de hoek komen.”
Je zou kunnen verwachten dat Cant gezien haar status onvoorwaardelijke steun wil van de rest van de ploeg, maar dat is duidelijk niet het geval. “Ik vind niet dat iemand in mijn dienst moet rijden”, stelt ze. “Ellen Van Loy heeft bijvoorbeeld zelf ook de capaciteiten om op een dichte ereplaats te finishen, die kans moet ze grijpen. Als we al niet tegen mekaar rijden, is het voor mij goed. Trouwens, als Ellen tactisch dezelfde koers rijdt als de voorbije weken, is dat voor mij zeker geen nadeel.”
Ook Van den Driessche mikt op derde kampioenstrui
Voor de allereerste keer wordt zaterdag een aparte wereldtitel toegekend bij de dames beloften. Met Femke Van den Driessche heeft België een belangrijke kandidate in de rangen. Met de Belgische en de Europese titel al op zak topt ze het favorietenlijstje.
“Jezelf topfavoriete noemen komt zo raar over”, stelt de Aalsterse. “Een medaille zou al mooi zijn, maar het is natuurlijk de mooiste trui om te winnen, zelfs al zou ik wellicht nooit de kans krijgen om erin te koersen. De rest van het jaar rijden we immers gewoon bij de elite, maar voor ons is het wel een goede zaak dat we nu ook voor een wereldtitel in aanmerking komen.”
"Veel geleerd over concurrentie"
“Ik heb er de voorbije weken alles aan gedaan om zaterdag op mijn best aan de start te verschijnen”, stelt Van den Driessche. “Of dat zal volstaan, weet ik niet. In vergelijking met het EK komen er bijvoorbeeld nog wat Amerikaanse meisjes bij. Ik weet niet alles van iedereen, maar over de rensters die net als ik hebben deelgenomen aan de wedstrijden om de Wereldbeker heb ik toch al veel geleerd. Eerste vereiste om mee te spelen voor winst blijft echter dat ik zelf een goede dag moet hebben en gevrijwaard moet blijven van pech.”