“Ik win geen zilver, ik verlies hier goud”, zuchtte Sanne Cant tijdens de persconferentie in Tabor. De 24-jarige Lilse had een uurtje eerder de sprint om de wereldtitel verloren van de Française Pauline Ferrand-Prevot.
Vlak na de finish namen de emoties het meteen over van de spanning. Bittere tranen rolden over de wangen van de kersverse vicewereldkampioene. Het feit dat ze Belgische veldritgeschiedenis schrijft met een zilveren plak was niet meer dan een doekje voor het bloeden. Ook tijdens de podiumceremonie leek Cant ontroostbaar.
“Als je een maand lang ergens naar toe werkt en je verliest dan zo nipt in de sprint, dan komt dat enorm hard aan”, aldus Cant. “Voor de wedstrijd zou ik blij geweest zijn met zilver. Maar als je de race bekijkt, is het normaal dat ik ontgoocheld ben. Ik denk niet dat ik echt fouten heb gemaakt. Misschien had ik als eerste de laatste rechte lijn moeten opdraaien, maar ook dan kon ze mij nog passeren. Ferrand-Prevot werd eerder wereldkampioene op de weg, in de sprint. Dat zegt genoeg. Ik kon nog bijna langszij komen, maar erop en erover lukte niet meer."
FRUSTRATIE
Het missen van de wereldtitel is niet het enige wat Cant vlak na afloop frustreerde. “Ik heb niet de mogelijkheid om mijn hele seizoen af te stemmen op het WK. Zoals bijvoorbeeld Ferrand-Prevot en Vos. Zij rijden maar een half seizoen. Op dit moment frustreert me dat wel, ja. Maar tien crossen overslaan in functie van het WK, dat kan ik me echt niet permitteren. En dat maakt het moeilijk om op te boksen tegen de dames die dat wel doen.”
Cant reed in Tabor zowat de perfecte wedstrijd. Steevast in de voorste gelederen, zonder al te veel krachten te verspelen. Pas toen Ferrand-Prevot aan de boom schudde, zag Cant het gevaar. “In de eerste ronde heb ik misschien te zeer naar Vos en Nash gekeken. Ik wilde niet over mijn toeren gaan. Maar toen ik in de gaten had dat Vos en Nash geen al te beste dag hadden, ben ik zo snel mogelijk naar Ferrand-Prevot gereden. Op een hellende strook een eind na de balken voelde ik me echt goed. Daar kon ik precies iets meer. Iets wat mezelf ook wel verraste.”
WERELDTOP
Hoewel Cant naast de wereldtitel greep, heeft de Belgische en Europese kampioene bewezen dat ze ook de komende jaren een kanshebber is op de regenboogtrui. “Een bevestiging dat ik nu echt tot die wereldtop hoor? Misschien wel. Zo had ik het nog niet bekeken. Ik heb een goed seizoen achter de rug, sta eerste op de UCI-ranking en ben eindwinnares in de Wereldbeker. Laat ons zeggen dat ik de beste ben van de niet-gelegenheidscrossers”, sloot de zilveren medaille af met een lach.