Annelore Cleuren kijkt niet alleen graag naar de koers, koers is ook het onderwerp dat zich voortdurend in haar hoofd afspeelt. Welke koers is er op dit moment, wie kan er waar winnen...? Ze droomt dag in dag uit over deze sport. Voorafgaand aan een koers bedenkt ze zowaar alle mogelijke scenario’s en pikt er dan haar favoriete uit. Daar gaat het bij haar om: dromen en dan de droom realiteit zien worden. Net zoals de renners! "Vélodromen"
Ik weet nog goed hoe ik vijf en een half jaar geleden met die rij – instructeur naast me op de autosnelweg reed. Ik heb één zin altijd onthouden: “Inhalen mag je alleen doen als je snelheid genoeg hebt om het vlot te doen. Blijf er anders gewoon achter.” Daar dacht ik aan toen ik gisteren in Hasselt die beslissende Nys – move zag op het asfalt richting de 180° bocht.
Ik stond eigenlijk vlak bij de streep. Helaas achter twee rijen grote mensen. Met 1m60 komt een mens in die situatie niet ver in het leven. Gelukkig was er nog die parallelle strook. Daar reden ze met z’n drieën. De wereldkampioen achteraan, Albert die op kop maar bleef sleuren. Het idee dat Nys nog zou komen, zat toen al in mijn hoofd rond te zweven. Mijn gedachten waren nog in een verwerkingsproces of vlak in mijn gezichtsveld schoof hij naar voor.
Het gebeurt niet vaak dat je live in het veld een beter zicht hebt dan thuis voor de televisie. Maar op dat moment was ik haast overtuigd dat zo’n zeldzaam moment er was. Deze actie was in profiel beter dan uit het vooraanzicht. Met open mond staarde ik naar een prachtig staaltje fietsen. Ik zag hem vertrekken en opschuiven. Net zoals het volgens het boekje van de rij – instructeur zou moeten: alleen als je voldoende snelheid hebt. De omwentelingen stegen plots in aantal. Die ene renner schoof voorbij de andere twee. Het was zo’n vloeiende beweging. Ik bleef maar staren naar die plek waar het gebeurde. Wat er zich achter mij afspeelde kon ik niet zien, maar leek ik ook niet meer te horen. Wat hij daar deed, vond ik werkelijk prachtig. Het perspectief van waaruit ik de actie zag moet daar voor iets tussen gezeten hebben. Ik stond gewoon helemaal op de goeie plek.
In de verte zag ik hem eerst die bocht aansnijden. En dan was het afgaan op de luidsprekers. De mensen voor mij schreeuwden. Toen viel het me op dat een supporter aan de streep eigenlijk niks zinnigs uitbrengt. Het blijft bij een ‘komaan’, een gescandeerde naam, gevolgd door een vreugdekreet of een goede Vlaamse vloek. Nee, aan die twee rijen voor mij had ik werkelijk niks. Tussendoor kon ik nog ergens een glimp van een televisiescherm opvangen. Weinig op te zien door de springende, enthousiaste supporters die ook dat zicht gingen belemmeren.
Uiteindelijk wist ik het wel. Zo’n buikgevoel dat me zegt dat Nys het gewoon haalt. Dat zag ik in die ene actie van tien seconden voordien. Bij Nys weet je het gewoon. Je ziet het en bam, je weet het. Net zoals je in Gavere vanmiddag ook kon voelen dat hij met Walsleben niet gewoon rechtdoor naar de sprint zou rijden. Met een korte versnelling, net voor de laatste rechte lijn. Dat doodvonnis voelde ik voor Walsleben. Inderdaad, in de dreef, daar was het zo ver. Hobbel, hobbel en Nys pakte zijn ruimte.
Een dubbele zege van de ervaring. Een dikke proficiat voor meneer Nys. Andermaal. Maar toch een schouderklopje aan het adres van Walsleben. Andermaal. Geloof er in jongen, het zit er aan te komen. Het hele Vlaamse supporterspeloton gunt je die zege. We weten gewoon dat het er van gaat komen.
© Annelore Cleuren 17/11/2013
meer van dit: http://velodromen.wordpress.com/