Onbekend is onbemind, luidt het. Maar dat geldt niet voor André Tummeleer. De 49-jarige ploegleider van het jongerenteam Lares-Doltcini levert knap werk en ook dat verdient wel eens wat aandacht. "Ach, ik doe het vooral voor die 'jonge gastjes', klinkt het bescheiden.
Er gaat geen jeugdwedstrijd voorbij, of er staan er één of meer van Lares-Doltcini op het podium. Gelukkig is er nog Eli Iserbyt (Telenet-Fidea), of het jongerenteam van Jurgen Mettepenningen ging zowaar met alle prijzen lopen. Is het niet Jappe Jaspers, dan is het Johan Jakobs of Thijs Wolsink. Of Florian Vermeersch, veelwinnaar bij de nieuwelingen. En dan vergeten we nog Arno Debeir, Lloyd Sprangers of Dante Scoponi, om maar deze te noemen. In de Gaverse Hansgrohe Supeprestigemanche telde Lares-Doltcini zowaar vijf podiumplaatsen op zes bij de junioren en nieuwelingen.
Architect van dit succes is André Tummeleer. Oost-Vlaming en jeugdvriend van Mario De Clercq, drievoudig wereldkampioen en coach van het hoofdteam Sunweb-Napoleon Games. Tijd om Tummeleer eens in de kijker te zetten, vonden wij. Dus pakten we onze telefoon om een babbeltje van vijf minuten te doen met 'Dreeten'. Die vijf minuten werd uiteindelijk... een vol uur.
WK in Lanarvilly
"Mario De Clercq? Hah, die is eigenlijk dankzij mij renner geworden", begint de 49-jarige Zwalmnaar zijn verhaal. "We vormden toen -als twaalfjarigen- een ferm drietal op training: Mario, Sammie Moreels en ikzelf. Maar eenmaal bij de amateurs werd duidelijk dat ik op een lager niveau koerste dan hen. Ik was gene slechten, hé. Won heel veel wedstrijden, zowel bij de nieuwelingen als bij de junioren. Ooit ben ik zelfs -al was dat meer een toevalstreffer- in de nationale selectie voor het WK veldrijden geraakt. In '82 werd ik bij de junioren beste Belg in Lanarvilly. Terwijl ik eigenlijk nog nieuweling was. In die tijd lagen die leeftijdscategorieën wat anders. En als junior won ik onder meer het eindklassement van de Ster van Oost-Vlaanderen en Dwars door Vlaanderen, toch geen kermiskoersen. Als nieuweling won ik zelfs meer dan 40 wedstrijden op de weg."
Maar om het verhaal kort te maken, tot broodrenner zou André Tummeleer het uiteindelijk niet schoppen. "En ik verloor wat later Mario ook uit het oog. Het wielrennen helemaal zelfs. Tot ik een hele poos nadien een eigen fietsenzaak opstartte in Zwalm. Zo kwam ik weer wat tussen de coureurs terecht. Door omstandigheden stopte ik zes jaar later met mijn winkel en kwam ik bij Frans Assez in Oudenaarde terecht als mecanicien. In zijn fietsenzaak, maar ook in de volgwagen, want Frans was destijds ploegleider van een profteam. Na zijn dood werd ik zelf ploegleider."
De daaropvolgende jaren sukkelde Tummeleer van het ene avontuur in het andere. Als ploegleider van het Babes Only-team bijvoorbeeld. Of bij Revor-Jartazi, waar Erwin Vervecken nog een jaartje reed. Maar uiteindelijk bleken dat meer spookploegen dan wat anders. "Nog later belandde ik plots in Denemarken bij Capinordic, het team waar Tom Breschel (vader van prof Matti, red) de plak zwaaide. In Vlaanderen was ik dé man in het continentale topteam. Ook het jaar erop zou ik er een mooie functie krijgen, maar opnieuw zat het tegen. De bankcrisis zorgde ervoor dat het team ophield te bestaan."
"Genoeg geweest"
Volgende uitdaging was ploegleider bij een jongerenteam uit Menen. Dat combineerde ik met een job als vrachtwagenchauffeur. Maar het klikte er niet. Na drie maanden had ik er genoeg van. Ik kwam thuis en zei tegen mijn vrouw: 't is genoeg geweest. Voor mij hoeft 'de koers' niet meer. Mijn woorden waren echter nog niet koud, of Mario De Clercq belde me op. Of ik geen zin had om een jongerenteam te leiden bij Sunweb-Napoleon Games (destijds Sunweb-Revor)... "Ik herinner me nog dat ik zei: allez, daar gaan we weer. Maar ik kende Mario. 't Zal bij hem toch wel in orde zijn, zeker? Ik op gesprek bij Jurgen Mettepenningen en ik bleek 'carte blanche' te krijgen om het jeugdteam op te starten. Het is nu goed drie jaar geleden en ik heb er nog geen seconde spijt van gehad. Ik doe het echt met hart en ziel."
Al was het in de beginfase moeilijk, geeft Tummeleer toe. "We waren eigenlijk bijna de laatsten die met een jongerenteam startten, hé. De besten waren op dat moment al weg. Maar ik heb mij goed geweerd, denk ik. In de eerste seizoenen was het harken om aan een topvijfplaats te geraken in de topcrossen. Maar met hard werken zijn we jaar na jaar gegroeid om te staan waar we nu staan. Ik denk dat Jurgen (Mettepenningen, red) tevreden is met het resultaat."
Doorstroming
Ondertussen plukt stilaan ook het hoofdteam de vruchten van het werk van Tummeleer. "Thomas Joseph en Elias Van Hecke waren de eerste twee jongens die echt doorstroomden naar het hoofdteam. Als eerstejaarsbelofte moeten ze uiteraard nog sterker worden. Maar de toekomst ziet er niet slecht uit. Ook Johan Jakobs en Jappe Jaspers hebben een overeenkomst om volgend jaar bij Sunweb-Napoleon Games te rijden."
Ook Tummeleer zelf merkt dat het beetje bij beetje wat makkelijker werken wordt. "Goh, ja. In het begin kende niemand mij in het crosswereldje, hé. De jonge talentjes kozen spontaan voor de jeugdteams van Telenet-Fidea of BKCP-Powerplus. Maar ondertussen kan ik wel met de andere teams concurreren. Niet zomaar, trouwens. Kenmerkend bij Lares-Doltcini is dat we een hechte vriendengroep vormen. En dat alles steeds in overleg met de ouders gebeurt. En dat zien en horen de anderen ook... Bovendien zijn we dit seizoen -wat de nieuwelingen en junioren betreft- toch wel de beste ploeg in de breedte. Alleen heeft Telenet met Eli Iserbyt een nog groter talent in huis."
Drukke leven
Tummeleer is in het dagelijkse leven nog steeds vrachtwagenchauffeur. De combinatie ploegleider-chauffeur blijkt al bij al toch best combineerbaar. "Ik heb een vrouw die me steunt in wat ik doe. Dat scheelt al heel wat. En als 't goed marcheert, valt dat ook mee, hé. Maar ik klop best lange dagen. 's Morgens zit ik dikwijls al om 5u30 in de camion. Ook de weekends zijn niet te versmaden (lacht, red). Ik herinner me het weekend Koksijde-Francorchamps. Op vrijdagavond was ik al in Koksijde. Op zaterdagvoormiddag reden onze jongeren. Na afloop haastte ik me naar Wuustwezel, waar Jappe Jaspers het provinciaal kampioenschap van Antwerpen betwistte. Van daaruit ben ik doorgereden naar Francorchamps, waar op zondag de Superprestigemanche werd afgewerkt. Zwaar, ja. Maar ik krijg er zoveel voor terug. 't is tenslotte voor die jonge gastjes dat ik het doe hé. En als extraatje heb ik er zelf veel voldoening van."
Onlangs lazen we in de krant dat Tummeleer versterking krijgt van Angelo De Clercq, zoon van Mario. Om hem bij te staan op trainingen in de week (als André aan het werk is), maar ook om te scouten bij de aspiranten. Mag dat dan een lichte kritische noot zijn? Waar houdt het op? Moet je als veldritteam al aspiranten scouten?
Scouten bij aspiranten
"Ik weet wat je bedoelt. Eigenlijk is het ook een beetje tegen mijn principe om die jongens zo vroeg te gaan contacteren. Maar als je bij de nieuwelingen of junioren begint te scouts, loop je achter de feiten aan. Kijk eens op welke leeftijd Alessio Dhoore of Eli Iserbyt naar Telenet-Fidea getrokken zijn? Dat was niet als junior, hé. We kunnen niet anders. Het houdt ook een gevaar in, natuurlijk. Want aspiranten zijn écht nog kinderen. Wie daarvan blijft koersen? Dat weet je vooraf nooit. Tot nog toe valt dat met de meeste van onze jongeren goed mee. Maar ik besef dat het ook wel eens zal tegenvallen..."
"Weet je wat het belangrijkste is?", wil Tummeleer nog een laatste verhaal vertellen. "Dat je eerlijk bent! Met de renner én met de ouders. Ik maakte het onlangs mee met Bram Welten, onze Nederlander die top was bij de nieuwelingen. Maar bij de junioren lukte het vorig seizoen niet meer. Na Gieten (eerste klassementscross van dit seizoen, red) ben ik met die jongen en zijn ouders gaan praten en speelden we met zijn allen open kaart. 'Jij ben een manneke voor de weg, zei ik hem. En ik meende dat ook. Ondertussen rijdt hij voor een Nederlandse club op de weg. En die jongen heeft me onlangs nog bedankt. 'Zelf durfde ik de stap niet te zetten', zei hij. 'Jij hebt me een duwtje in de rug gegeven, maar het blijkt de juiste keuze.' Bram doet het immers fantastisch. Geloof me, dat geeft je als mens een warm gevoel."
Foto's: ©Veldritkrant.be