Joris Nieuwenhuis lijkt goed op weg naar eindwinst in de Wereldbeker bij de beloften. In Namen reed de Nederlander weergaloos naar de zege, voor Quinten Hermans en Thijs Aerts. Bij de junioren ging de zege naar de Brit Thomas Pidcock, na een al even straffe prestatie.
Op de Citadel van Namen had Nieuwenhuis blijkbaar niet veel zin in gezelschap, want hij reed vrijwel meteen weg van de concurrentie. De Italiaan Gioele Bertolini, voor de start zijn eerste achtervolger in het klassement, was in de start al ten val gekomen, liep ook mechanische averij op en moest met grote achterstand als allerlaatste aan zijn wedstrijd beginnen. Hij zou na een sterke remonte nog als negende eindigen. Nieuwenhuis had ondertussen na twee ronden al driekwart minuut voorsprong verzameld en werd niet meer verontrust.
Aangezien op het einde enkel de beste vier resultaten per renner meetellen, heeft Nieuwenhuis met twee overwinningen en één tweede plaats al heel sterke troeven in handen.
“Ik had tijdens de opwarming wel al het gevoel dat ik goed was vandaag, maar dit had ik toch niet verwacht”, zei de Nederlander. “Het is trouwens niet mijn gewoonte om zo snel alleen door te gaan. Alleen kwam ik in de openingsronde enkele technisch moeilijke passages vrijwel perfect door en dat bezorgde me al meteen een ruime voorsprong. Daarna was het kwestie van een goed tempo te blijven ontwikkelen.”
Belgen strijden voor ereplaatsen
De rest was dus al vroeg in de wedstrijd veroordeeld tot een strijd met de tweede plaats als inzet. Hermans, Aerts en Eli Iserbyt waren de Belgen die daarvoor in aanmerking kwamen. Hermans leek de sterkste en naderde zelfs even tot op 35 seconden van Nieuwenhuis, maar na een lekke band zag hij Adam Toupalik, Aerts en Clement Russo terugkeren. In de slotronde toonde hij zich dan toch de betere.
“Joris was wellicht wel de sterkste”, erkende de winnaar van zaterdag in Antwerpen. “Al is het jammer dat ik bovenaan op de eerste klim naar buiten werd gedreven en daardoor ten val kwam. Ik kon wel relatief vlot terugkeren, maar toen was Joris al weg. Toen ik naderde tot op 35 seconden, leek ik hem misschien toch nog wat onder druk te kunnen zetten, maar een lekke band net na een materiaalpost betekende het definitieve einde van mijn ambities om te winnen.”
Pidcock ongenaakbaar bij de junioren
Bij de junioren stond er geen maat op de Europese kampioen Tom Pidcock. De Brit nam al in de eerste ronde afstand, had bij het ingaan van de slotronde anderhalve minuut voorsprong en kon het zich veroorloven om rustig naar de finish te fietsen. In de strijd om de tweede plaats vormde zich een omvangrijk groepje met Toon Vandebosch en Yentl Bekaert als Belgen. Bekaert, voor de start nog leider in de Wereldbeker, viel iets na half koers echter letterlijk weg. Vandebosch bleef tot de slotronde in kansrijke positie voor een podiumplaats, tot hij op zijn beurt een schuiver maakte. Hij moest genoegen nemen met de zesde plaats, achter Pidcock, de Fransen Antoine Benoist en Maxime Bonsergent, de Italiaan Filippo Fontana en de Nederlander Thymen Arensman.
Voor Vandebosch was die zesde plaats wel voldoende om de leiding in de Wereldbeker over te nemen van Bekaert. “Leuk, maar je moet realistisch blijven”, zei Vandebosch. “Voor de eindstand zullen slechts vier resultaten in rekening worden gebracht. Als Pidcock, die al een manche miste, op deze manier blijft domineren, zal hij aan het einde van de rit wel op de eerste plaats staan."
"Ik hoopte hier in de eerste plaats op een podiumplaats. In het begin wilde ik dus zeker niet over mijn toeren gaan, in de slotronde probeerde ik iets te forceren maar op het einde van de schuine kant kwam ik ten val. Ik was nog vrij snel recht, maar op het laatste klimmetje was het echt te zwaar om nog terug te keren en mee te sprinten.”
Foto: ©Photopress.be / Tekst: Filip De Greef
Vind uitslagen WB Namen en klassement via onze kalenderpagina