"Ik in een dipje? Waar haal je het", lacht Niels Albert. "Natuurlijk was ik na afloop van de wedstrijd in Nommay in eerste instantie ontgoocheld. Tot mijn entourage me er op wees welke trainingsarbeid ik de voorbije twee weken verrichtte. Maar geen nood, zét maar vraagtekens achter mijn naam voor het WK."
Twaalfde, op meer dan twee minuten van winnaar Tom Meeusen. Duidelijk geen Albert-resultaat. Na afloop van de wedstrijd kreeg de pers in Nommay een ontgoochelde BKCP-Powerpluskopman te zien. "Nee, dit is niet goed. Het WK? Mirakels bestaan niet, hé. We zien wel waar het schip strandt." Bij het analyseren van Alberts rondetijden (zie hieronder) deden we wel een paar vreemde vaststellingen.
In ronde zes bijvoorbeeld, liet Albert plots de beste rondetijd (7'39") optekenen. Terwijl hij in de slotronde een erbarmelijke chrono van 8'17" liet noteren. In die laatste ronde reden maar liefst 29 renners sneller. Geef toe, een klasbak als Albert moet -als hij wil- altijd beter kunnen in die eindfase en een toptienplaats pakken. Een paar merkwaardige feiten waarmee we de Tremelonaar toch even confronteerden.
"Daar is een eenvoudige verklaring voor", zegt hij. "Ik had een tweetal snelle ronden ingepland. Daardoor liet ik die 7'39" optekenen. En die hele trage laatste ronde, daar is een heel andere reden voor. Kijk, ik was naar Nommay afgezakt om die tweede plaats in de Wereldbeker te behouden. Maar dat was zonder een hele sterke Walsleben gerekend. 'Dan eindig ik beter niet op het eindpodium', dacht ik in die laatste ronde. Dan moet ik volgende donderdag niet naar die huldiging in Hoogerheide, da's een avondje extra rust. Maar daarin heb ik me dus misrekend. Kevin Pauwels stond als vierde iets te ver achter."
Die snelste rondetijd in ronde zes, was je daarvan op de hoogte tijdens de wedstrijd?
"Toch wel. Ik heb iemand langs de kant staan die mijn rondetijden goed opvolgt. Ik lijk af en toe misschien wel wat nonchalant, maar dat ben ik niet. Ik ben met mijn job bezig, hoor."
Toch gaf je na afloop een gelaten indruk.
"In een eerste reactie wel. Want uiteindelijk was ik gekomen voor een goed resultaat. Omdat ik in de beginfase niet het goede ritme vond, kon ik die ambitie al vroeg in de wedstrijd opbergen. Maar al snel zag ik de zaken weer in zijn juiste perspectief. Zoals Christoph Roodhooft me ook vertelde: 'Wat denk je nu? Je hebt de voorbije twee weken keihard getraind. Dacht je dat je hier zomaar even ging komen winnen?' Gelijk had hij. Ik weet, het klinkt als een cliché: iedereen vertelt dat hij de week voor de laatste WB-manche hard heeft gewerkt. Zelf gebruikte ik dat nooit eerder als excuus. Nu wel, en terecht. Sinds het BK ben ik maar met één koers meer bezig geweest: het WK in Hoogerheide. Je zou verschieten moest je mijn trainingsschema's onder ogen krijgen. Niet alleen Sven Nys werkt hard, hé."
Dus er is geen sprake van een dipje?
(lacht) "Mah nee gij. Zowel mijn uitslag van Zonnebeke als die van Nommay zijn het gevolg van die loodzware trainingsarbeid. De komende week staat in het teken van rust. Ik kan je verklappen dat ik exact hetzelfde stramien volg zoals ik dat in 2012 deed in de aanloop naar Koksijde. En dat daar goed is over nagedacht. Geen garantie tot succes, dat besef ik als geen ander. Je weet niet tot wat het uiteindelijk zal leiden. Maar dat weet niemand. Net zo min als Sven Nys de garantie heeft dat hij wereldkampioen wordt omdat hij zich voorbereidde op Mallorca. Maar ik geloof nog altijd dat ik een kans heb om wereldkampioen te worden."
Maar je start dit jaar niet als topfavoriet...
"In geen geval. Laat deze keer maar een paar vraagtekens achter mijn naam staan. Ik zit in een situatie dat niemand mij verwacht. Misschien heb ik het wel het liefste zo."
Ga je deze week nog langs bij jouw mental coach Rudy Heylen?
"Ja. Maar nog eens, niet omdat ik in een dipje zou zitten. Wel om mij nog wat op te peppen, mij extra te motiveren."
Was de toekenning van het zevende ticket aan Wietse Bosmans vandaag een extra opsteker?
"Toch wel. Al moet je ook dat in zijn juiste perspectief zien. Als de omloop er in Hoogerheide even lastig bij ligt zoals in Nommay, dan heb je weinig aan een ploegmaat. Bovendien, als ik wil wereldkampioen worden, moet ik zondag honderd procent zijn. In dat geval rijd ik te rap voor Wietse, denk ik. Toch geeft zijn aanwezigheid me een licht mentaal voordeel. Je weet nooit welk scenario zich afspeelt."
Foto: Patricia Cristens