2015 was niet het jaar van Philipp Walsleben. De Duitser van BKCP-Corendon worstelde. Met zijn mindere prestaties, maar daarnaast ook met zichzelf: "Ik heb geen verwachtingen meer, want ik heb de laatste maanden al te veel verwacht, terwijl er niets van is uitgekomen."
Gisteren werd Philipp Walsleben tweede in het Nederlandse Surhuisterveen. Zowaar een verrassing, afgaande op wat één van de boegbeelden van BKCP-Corendon de voorbije maanden liet zien.
2015 was niet jouw jaar, hé. Het liep al fout in januari, toen je naast de Duitse titel greep.
“Een ontgoocheling. Ziekte kostte me toen de overwinning. En die zou me nog lang parten blijven spelen. De week erna trokken we op stage en kon ik vier à vijf dagen niet trainen. Daarna is het fout gelopen. Na een slopend seizoen wilde ik er snel weer staan. Te snel, zo bleek. Onlangs heb ik nog eens mijn gewicht van toen bekeken. Twee kilo minder dan vandaag. En niet op de goede manier. Ik woog te licht en in de drang om er snel weer te staan ben ik over mijn limiet gegaan.”
Zou dat een verklaring kunnen zijn voor je mindere prestaties de afgelopen maanden?
“Ondertussen ben ik daar wel van hersteld, denk ik. Mijn zomercampagne was goed. Maar in Las Vegas liep het weer mis. Opnieuw ziekte. En normaal zou het beter moeten gaan als je terug gezond bent, maar dat was niet het geval. Zoeken naar oorzaken is giswerk. De ene slechte prestatie volgde de andere op. (zucht) En zulke dingen beginnen bij mij al snel in het hoofd te spelen.
“Het grootste probleem is misschien wel dat ik mezelf te veel druk op leg. Ik wil alles perfect doen. In mijn ogen stond een goede voorbereiding ook altijd garant voor goede wedstrijden. Dit jaar heb ik echter ingezien dat het niet altijd zo is. Als je wedstrijden slecht zijn, is het moeilijk om dat te accepteren. Het voelt of dat alle moeite en energie die je er hebt ingestoken niets heeft opgebracht. Mentaal is dat zwaar.”
Voelde je door de mindere prestaties de druk van buitenaf verhogen?
“Veel mensen verklaren dat mijn slechte prestaties te wijten zijn aan de afwezigheid van kopman Mathieu Van der Poel begin dit seizoen. Dat die druk belemmerend zou gewerkt hebben. Maar eerlijk: van die druk heb ik weinig gevoeld. De druk kwam voornamelijk van mezelf. Ook de ploegleiding toonde geduld. Niet simpel als de uitslagen al enkele maanden slecht zijn. Ik ben hen daarvoor dankbaar.”
In Diegem stak je weer de neus aan het venster. Voor het eerst sinds lang reed je voorin en eindigde op een negende plaats
“Dat ik in Diegem zo reed, was een verrassing voor mij. De dag ervoor had ik in Zolder een barslechte cross gereden. Ik haalde zelfs de finish niet. Die avond heb ik me even laten gaan. Niet met water of pasta. Wel met frieten en bier. Met de bedoeling om een meer ontspannen gevoel te krijgen, wat eigenlijk een vrij zieke gedachte is. Let op: ik heb niet overdreven hé. Ik heb die avond goed geslapen, maar ik had de uren ervoor ook goed gedronken (lacht).”
“In Diegem arriveerde ik ook pas twee uur voor de wedstrijd. Veel te laat dus. Een normale opwarming heb ik toen ook niet afgewerkt. Een half uur voor de start heb ik wat rondjes gereden op het parcours en klaar. Veel verwachtingen had ik niet. Die heb ik trouwens niet meer. Daarvoor heb ik in de afgelopen maanden al te veel verwacht, terwijl er niets van is uitgekomen. Voor de start hou ik altijd rekening met twee scenario’s: ofwel een redelijke cross, ofwel een heel slechte cross.”
Zoveel gelatenheid zijn we van jou niet gewoon...
“Toch ben ik het. Ik zou voor de start graag zenuwachtig zijn en me zorgen maken over hoe ik op het podium zou geraken. Maar dat is nu totaal niet. Het is frustrerend dat de strijd voor de overwinning zich maar beperkt tot twee of drie renners. Ik wil iets kunnen betekenen in de cross. En als crosser val je vaak niet op. Zeker als je buiten de top vijf finisht.”
“Iedere profrenner staat nu toch hier, omdat hij bij de jeugd wedstrijden wint en de drang heeft om te winnen. Het is moeilijk om dat ineens opzij te leggen. Maar het zou helemaal niet realistisch zijn om nu bij iedere cross de zege te ambiëren. Dan keer ik elke cross gefrustreerd terug naar huis. Ik denk dat ik op de weg meer voldoening zou kunnen halen zonder te strijden voor de overwining. door een kopman te helpen bij een zege, bijvoorbeeld.”
Heb je al gedacht aan de overstap naar de weg?
"Af en toe denk ik daar wel eens aan, ja. Zeker nu het minder goed gaat in het veld. Ik vind het leuk om op de weg te rijden. Vooral in onze ploeg. Die niets-moet-alles-mag-mentaliteit, weet je wel. Maar ik blijf realistisch. Bij grote wegploegen gaat het er helemaal anders aan toe. Daar moet het, en is het minder van mogen. Ik besef ook hoe goed ik het wel heb in het veld. Dat crosswereldje is gezellig. Bovendien heb ik nog een contract bij de ploeg. Ik wil eerst het maximum uit het veldrijden halen, maar ik sluit niet uit dat ik me ooit aan de stap naar de weg waag."
Tot slot: wat zijn je doelen voor 2016?
"Ik heb één hoofddoel: Duits kampioen worden. Vroeger was het vanzelfsprekend dat ik de titel pakte, maar in de huidige omstandigheden is niets meer vanzelfsprekend."
Foto's: ©Photopress.be / Tekst: JeffreyFierens